Het probleem leeft in onze gemeenschap, vooral in de Beemster.
In het stikstof debat lopen de emoties hoog op, het debat is gepolariseerd.
Het is van belang om met elkaar in gesprek te blijven en wij kunnen dat hier, in dit huis van de democratie.
GroenLinks is graag bereid om te overleggen over een brief aan de provincie over de stikstof, maar dan wel een brief met een andere inhoud.  

Laat één ding heel helder blijven.
De stikstofreductie is echt noodzakelijk, ook door de landbouw.
In de jaren ’70 waarschuwden wetenschappers al, dat de stikstofuitstoot in Nederland te hoog is (zie ook het rapport Remkes uit 2020).
En jarenlang is door de landelijke overheid hier te weinig aan gedaan; men heeft het probleem voor zich uit geschoven.

We begrijpen de boosheid en onmacht van sommige boeren.
Zij zien allereerst het kaartje dat minister Van der Wal bij de startnotitie heeft toegevoegd, en bedenken dan wat het voor hun bedrijf betekent.
Er zijn ook veel boeren die al langer bezig zijn om duurzamer te produceren en ook voor hen is onduidelijk wat de plannen nu gaan betekenen.
Een dialoog past beter en er moet een duidelijk perspectief komen vanuit de overheid naar de boeren.
Het is goed dat Remkes de dialoog organiseert en het is stuitend dat sommige organisaties niet aan tafel komen.  

Graag werken we als GroenLinks mee aan een gezamenlijke brief naar de provincie, waarin we zij aan zij staan in Purmerend met boeren uit de Beemster:
- om de natuur te beschermen
- om de boeren perspectief te bieden
- om het herstel en behoud van biodiversiteit
- om een duurzaam bodembeheer voor voedselzekerheid nu en in de toekomst
- om dierenwelzijn te bevorderen en zoönose risico’s te voorkomen. 

Eigenlijk zijn de boeren veeleer het slachtoffer van het systeem om zo efficiënt en zo grootschalig mogelijk te  werken tegen te lage landbouwprijzen, bij stijgende productiekosten en hoge schulden bij de bank, vooral bij de RABO-bank.
Een systeem waarbij de supermarktketens verdienen aan de boeren, en ook de agri-business verdient aan de boeren door de verkoop van pesticiden, van kunstmest, van veevoer waarvoor soja grootscheeps wordt ingevoerd.
Daarnaast zijn er ook de vleesverwerkende industrieën en andere verwerkende industrieën die een grote monopoliepositie hebben. Zij verdienen aan de boeren en hebben er alle belang bij dat het bestaande systeem zo blijft.

Het is onbestaanbaar dat deze agri-business en de supermarkten wegblijven aan tafel bij Remkes. Zij hebben een belangrijke en niet-vrijblijvende bijdrage te leveren.
Het verdienmodel moet fundamenteel anders.
De overheid kan dat faciliteren door te zorgen dat meer geld richting de boeren gaat, vooral naar hen die duurzamer willen werken en de omslag willen maken naar een kringlooplandbouw, en dat boeren beloond worden voor het beheer van natuurgebieden.
Het moet een goed verdienmodel zijn voor boeren.
De overheid kan ook de burger faciliteren door duurzaam en biologisch voedsel te subsidiëren en processen waar we vanaf willen, duur te maken.
En geen miljardensubsidies meer aan multinationals die de markt te eenzijdig beheersen.

Tot slot, wat niet onbenoemd mag blijven:
Eigenlijk kunnen we niet van DE boeren spreken; er is een grote inkomensongelijkheid.
Een derde van de boeren verdient minder dan het minimumloon (Algemene Rekenkamer).
In de afgelopen decennia is het aantal boeren gehalveerd (Compendium voor de Leefomgeving) en het zijn niet de kleintjes die zijn overgebleven.
Tegenover de boeren met het minimumloon, zien we dat een vijfde van de miljonairs boer is; we vinden hen vooral terug in het melkveebedrijf.

https://rtvpurmerend.nl/nieuws/artikel/voorlopig-nog-geen-raadsbrief-aa…

Liggende koeien in de wei in de Beemster, met stal op de achtergrond